A dead letter is a letter that cannot be delivered to the address written on it and cannot be returned to the person who sent it.
The Daphni Monastery, in the outskirts of Athens, has always intrigued me; unfortunately it has been under renovation during my whole stay in Greece, from 2011 until 2015. Against all odds, I was inspired by the surroundings where urbanisation and patrimonium clash. Aan de nationale weg van Athene naar de havenstad Pireus, in de voorstad Chaidari, tegenover de bekende psychiatrische inrichting, ligt, in een wolk van stof door een clash tussen urbanisatie en patrimoniumbescherming, het met kantelen ommuurde klooster van Dafne (of Daphni, Μονή Δαφνίου, Moní Dafníou). Even voorbij het klooster zijn nog sporen te zien van de Heilige Weg, het klassieke traject naar het vroegere heiligdom van Eleusis, maar als je wat snel rijdt, ben je de rots met de nissen van het Heiligdom van Aphrodite zo voorbij. Even verder, onder de viaduct van een tolring die al jaren op voltooiing wacht, na de grote bocht in de Heilige Weg, liggen vervallen fabrieken, raffinaderijen en de dokken van de haven, “die rokend en ruikend alle mysterievorming op de proef stellen”, zoals Scholte in zijn klassieke reisgids al schreef. Die industriële wijk moet je twee keer trotseren als je eerder de ingang van het park met het klooster gemist hebt. Toeristische gidsen vermeldden al jaren dat het klooster niet toegankelijk is. Van 2011 tot 2015 heb ik er ettelijke keren tevergeefs aangeklopt: alleen zichtbaar waren de omheining, de steigers tegen de kerk en de containerbureaus van de herstellers. Sinds 1990 staat het als Kloosters van Daphni, Osios Loukas en Nea Moni op de werelderfgoedlijst van UNESCO. In woorden, beelden en verbeelding heb ik het wel bezocht. Renovatie was ongetwijfeld nodig, alweer. In 395 n.C. werd het heiligdom voor een opgewonden Apollon verwoest door plunderende Goten. Of Apollon op deze plek verliefd werd op de knappe Daphne is niet zeker. Er staan hier geen laurierbomen, Dafnè in het Grieks, heb gezien. Achtervolgd door Apollon en smekend haar kuisheid te vrijwaren, veranderde Zeus haar in een laurierboom. Sommige auteurs situeren de mythe elders, veeleer in Delphi. Op het kampvuur van de Goten bouwde Keizer Justinianus in de 6de eeuw een eerste klooster; eind 11de eeuw werd het vernieuwd met een kerk. In het begin van de 13de eeuw werd het opnieuw onder de voet gelopen. In 1204 passeerden in Dafni, op de terugweg van de vierde kruistocht, Westerse Kruisvaarders. In plaats van Jerusalem te heroveren, hadden ze de hoofdstad van het christelijk-orthodoxe Constantinopel onderworpen. Ze plunderden de Byzantijnse en Romeinse overblijfselen, heiligdommen en bibliotheken, ondanks de dreiging van een pauselijke excommunicatie. In Dafni veroverden ze het rijke Byzantijnse klooster en richtten hun pijlen op de ogen van de mozaïek van Christus hoog in de koepel. Otto de la Roche, na zijn terugkeer van Constantinopel Hertog van Athene geworden, maakte van de Byzantijnse een katholieke kerk en reserveerde er zijn familiegraf. De Franse lelies op de graven van zijn naasten hoop ik nog ooit te zien. In 1211 schonk hij het klooster aan een cisterciënzergemeenschap uit Bourgondië. Zij bouwden de gotische voorhal en verwerkten daarbij één Ionische zuil afkomstig van de tempel van Apollon. In 15de eeuw gaven de Turken het vernielde klooster terug aan de orthodoxe christenen. Tijdens de Griekse onafhankelijkheidsoorlog had het klooster weer veel te lijden; de monniken vertrokken in 1821. Na 1890 werd de kerk opnieuw gerestaureerd. Aardbevingen en (een gebrek aan) urbanisatie deden en doen de rest. Maar er wordt aan gewerkt, het komt wel weer goed, …, tot het nog eens vervalt. Romantische zielen zullen het blijven zoeken en erover lezen. Twee monsters van de Britse reisliteratuur bezochten in de jaren twintig samen Dafni: de bekeerde conservatieve katholiek Evelyn Waugh en de anti-katholieke philhelleen met een voorkeur voor oosterse cultuur Robert Byron. Nadat Byron het mozaïek van de Christus Pantocrator had beschreven als een uitzonderlijke uitdrukking van Byzantijnse kunst, deed Waugh in zijn reisverslag, ongetwijfeld om Byron te ergeren, precies het omgekeerde: “geraakt door theologische verschillen tussen de westerse en oosterse patriarchaten schoten Kruisvaarders de ogen uit het mozaïek; de Turken maakten kampvuren in het schip van de kerk en dichter bij ons gooiden de gekken van de overkant stenen en flessen naar het schitterende plafond”. En de agnostische kunstcriticus en reisverhalenschrijver Sir Sacheverell Sitwell zag in de Pantocrator van Dafni: “de beangstigende gelaatsuitdrukking van een man die zijn graf heeft overleefd”. Een heiligdom voor een mislukte verkrachting, een slagveld van katholieken, orthodoxen en moslims, de inzet van een dispuut over westerse en oosterse superioriteit, een schandvlek in hedendaagse urbanisatie: hier besef ik waarom je beter van alle godsdiensten bent en de band tussen verleden en heden, en voorbij, niet genoeg kunt uitgedragen.
0 Comments
|
Posts may evolve in articles, or vice versa. Archives
January 2024
Categories |