9/3/2023 0 Comments Zolderse griffioenenDe gedachte dat de Sint-Hubertus en Sint-Vincentiuskerk in Zolder-dorp toch wel een paradijs voor tafofielen is, werd afgebroken toen ik, wat onzeker voor het trapgat in de klokkentoren, tegen een klepel liep. De klok had ik natuurlijk al vaker gehoord maar nu weet ik tenminste waar de klepel hangt: via de smalle wenteltrap in het noordelijke torentje, naast het uit de 11de eeuw overgebleven gedeelte van de mottetoren in donkerbruine ijzersteen, en dan, vanuit de vroeggotische torenverhoging, langs een wiebelende ladder naar de klokkentoren.
Eerder had ik in de nieuwe kelderruimte, waar renovaties uit 2000-2004 fundamenten van ijzeroer en keien van de verdedigingstoren hadden blootgelegd, stilgestaan bij een prent: “Hier vloekt men niet”. Die zag ik weer voor me toen ik met de klepel kennismaakte. Terug beneden troonde Koster Francine me mee naar de sacristie voor het EHBO-kistje en een foto van mijn hoofd. Naast die deur in het koor zag ik echter de grafmonumenten waarvoor ik was gekomen en een ontsmetting was minder dringend. De staande grafplaat in grijze steen draagt de namen van Joannis Ignatii de Villefagne, Baron van het land van Vogelsanck (1716-1789) en zijn echtgenote Mariae Ludovice Barbarae Joseph de Libert de Flémalle (+1793). Aan weerszijden van de steen staan de wapenschilden van hun voorouders. Boven het grafschrift draagt een gebeeldhouwde urne of sarcofaag met uitslaande flambouwen, in wit marmer, de twee ovalen wapenschilden van de afgestorvenen, onder een kroon met negen parels. Het wapen van de Villefagnes is een schuinbalk met drie sint-jakobsschelpen. Verwijzen die symbolen naar het bedevaartsoord Santiago de Compostela; op de glasramen, niet alleen schuin links boven de zerk, staan ze alvast in kleur. Het wapen van Libert de Flémalle wordt gedomineerd door een vogelklauw, met in de linkerbovenhoek een Franse lelie. Ook al is dit onmiskenbaar de kerk van de Villefagnes, aan de andere kant van het koor staat als in een spiegel de steen van de broer van de barones, Kanunnik Ludovicus Leopoldus Josephus de Libert a Flémalle. Boven zijn epitaaf, op de gebeeldhouwde sarcofaag, flankeren twee griffioenen -hybridische beesten met het lichaam van een leeuw, vleugels en kop van een adelaar met de oren van een paard- het blazoen met lelie en vogelklauw van de Liberts, ook onder een kroon met negen parels. Misschien kan ik de kras op mijn ongekroonde hoofd als een haal van hun klauwen verkopen? Vlak onder die muurplaat en zeker zo imponerend op de grond is de verweerde steen van Graaf Joris van Elter niet echt een ligbeeld of gisant maar veeleer een reliëf van die Heer van Vogelsanck met zijn zwaard. Twee keer was hij getrouwd, eerst met Maria van Gaveren en daarna met Catharina van Bronckhorst-Batenburg-Steyn (1524 - 1605) die als beschermvrouwe van het calvinisme geschiedenis schreef. Buiten de kerk, voorbij het graf van Dr. Hillen en de twee perkjes van verweerde graven, tegen de beschermde kerkhofmuur, ligt het grafmonument van de familie de Villenfagne dat in de 19de eeuw op graftombe boven hun grafkelder werd geplaatst. Droeg dat sepulchrum tot dan de steen met negen namen van familieleden overleden tussen 1822 en 1847, die nu tegen de zuidwand van de kerk hangt? Apart en uit de negentiende eeuw ligt daar ook de zerk van Antonius Maria Alphonsus de Villenfagne de Vogelsanck en Julie Colette Mariae van Hoobrouck ten Heule. Ook voor de monumenten van de pastoors Arnoldus Dompas en Franciscus Van Hove en vooral de intrigerende ingemetselde steen heb ik meer studietijd nodig, maar achter de kerk wenkte het groene kruis van de apotheker: ondertussen was de verzorging van de snee op mijn hoofd wel dringend geworden. De afspraak voor een nieuwe exploratie van de kerk in november lag toch al vast.
0 Comments
|
Posts may evolve in articles, or vice versa. Archives
January 2024
Categories |