A dead letter is a letter that cannot be delivered to the address written on it and cannot be returned to the person who sent it.
This letter was written after a visit of the island of Hydra. I went there attracted by music: a classical concert organised by Specs 'n' Arts and echoes of Leonard Cohen and Melina Mercuri. What I found was the embalmed heart of the Greek War of Independence. Op de noordelijke flank van de berg Eros ligt het klooster van Profeet Elias op 486 m hoogte, ruim twee uur klimmen. Op de terugweg, boven het dennenbos dat we zo moeizaam doorkruist hadden, cirkelde een arend. Wij hadden onderweg al een paar slangen gezien en overschotjes van de lunch van knaagdieren, maar de arend was nog op zoek naar zijn prooi. In Hiking on Hydra omschrijft Werner Rutz het steile en zigzaggende pad als een luxeweg. Elke pelgrimstocht naar een heiligdom hoog in de bergen is nochtans afzien als je boven een ontmoeting wil hebben. Met woorden in die zin, een glas ijskoud water en wat Turks fruit werden we onthaald door de familie die ons eerder op ezels was voorbijgestoken. Hoog boven de boerderij was de poort van de abdij voor ons gesloten gebleven. In het voorportaal was het water dat de monniken voor vermoeide bezoekers achterlaten al warm geworden en de doos met suiker bijna leeg. Maar het uitzicht op de barre rotsen, nog meer kloosters in de verte, de lage zon op de eilanden rondom en het onthaal op de boerderij hadden de klim naar de afgelegen abdij meer dan gecompenseerd. Het eerste levende wezen dat we in de benedenstad zagen, was een vogel op een draad. A bird on a wire zoals Leonard Cohen hem zag toen hij zich in de jaren zestig op Hydra met Marianne en een depressie had teruggetrokken en er een onvergetelijke song aan overhield: like a drunk in an old midnight choir, I have tried in my way to be free. Cohen komt hier al lang niet meer. Met excuses for not dying reist hij de wereld af. Van Mijn Ster Mijn Maan, de hit van Melina Mercouri uit de al even succesvolle film Phaedra, in 1962 in Hydra opgenomen, vind je al evenmin iets terug in de plaatselijke dvd-winkel. In het enige boekenwinkeltje geen woord van Henry Miller die in zijn Griekse reisverhalen in 1939-1940, The Colossus of Maroussi, ook over dit eiland schreef. Op de hoge artistieke golven van de jaren vijftig en zestig surft vandaag alleen nog de Atheense jetset. Ik was naar hier uitgenodigd door de vrienden van Specs ’n Arts, concertorganisatoren uit Athene waarmee de Ambassade nauw samenwerkt. Na het slotconcert van dat eerste klassieke muziekfestival op Hydra zijn we gaan dineren met Prins Nicolas Petrovic-Njegos, in zijn vrije tijd musicus en troonpretendent van Montenegro en architect van beroep. Ook aan tafel, de Ambassadeur van Griekenland in Brussel, “diplomaat in mijn vrije tijd en artiest-“collagist” van roeping, niet onverdienstelijk overigens”, ook al denk ik dat hij dat laatste vooral financieel bedoelde. Het concert had plaats in de benedenzaal van het Historische Archieven Museum van Hydra. Op de eerste verdieping, tussen de correspondentie van notabelen, reders en mariniers, liggen de “Credentials of a Priest from the secret Friendly Society for the liberation of Greece”. Het beschadigde document draagt, boven de tekst in geheimschrift van het genootschap, de bekende zuilenbasis en olijfkrans met de vlaggen Vrijheid en Dood. In een andere vitrine nog een herinnering aan het geheime genootschap: op de keerzijde van een herdenkingsmedaille prijkt de feniks. Voor de invoering van de Griekse drachme sloegen de ingewijden van de Filiki Eteria de lepta met de vogel die uit zijn as verrijst. Buiten nog een paar lithografieën, zoals van bisschop Germanos die in Agia Lavra de strijd afkondigde, heb ik hier geen sporen meer van de Vriendenkring gevonden. Nochtans was het genootschap sinds 1818 erg actief op het rijke eiland. Een van de eerste ingewijden was Kapitein Antonis Ekonomou. In de nacht van 27 maart 1921 riep hij op Hydra de revolutie uit, zo staat in geschiedenisboekjes. Op het schilderij van P. Van Hess -het origineel hangt in het Museum van de Nationale Geschiedenis in Athene, hier alleen een lithografie- schudt de breedgebarende Ekonomou handen de handen van wat omstanders. De volgende dagen kreeg hij genoeg fondsen bij elkaar om de revolutie ook echt te ontketenen. De rijke reders en kapiteins aarzelden: zij hadden hun onmetelijke rijkdom te danken aan commerciële, politieke en sociale voorrechten gekregen van de bezetter. Ook de meest eminente burger van het eiland, Lazaros Koundouriotis, verzette zich eerst tegen de gewapende strijd. Toch zou hij wat later als eerste de aanstelling van Ekonomou als gouverneur van het eiland ondertekenen. Andere notabelen volgden en o.l.v. Andreas Miaoulis zou de indrukwekkende vloot van Hydra een beslissende rol in de vrijheidsstrijd spelen. In het museum staat een bijzonder schrijn: achter een (kopie van het) kruis dat Andreas Miaoulis overal meevoer, voor zijn getekende portret, boven droge rouwkransen staat de zilveren kelk met het gebalsemde hart van de oorlogsheld. Met op de grond, groot in het Engels: niet aanraken, niet fotograferen. De aantekeningen op het kruis zijn niet vertaald. Horizontaal staat er: Het Kruis, Steun der Gelovigen, en verticaal: Het Teken van het Kruis, Terreur voor de Vijand. De ‘historische vlag van Hydra’, die vandaag nog overal wappert, heeft dezelfde boodschap. Roodomrand, op een zeeblauwe achtergrond, vertrappelen een wit kruis, een rode bannier met het hoofd van de Themistocles en een anker, een gevallen maansikkel. Rond het anker wikkelt zich een slang waaruit een duif ontsnapt. In de linkerbovendriehoek straalt het Alziend Oog. De allegorieën zijn duidelijk. De oorlogstaal eveneens: het christendom zal de islam overwinnen. Lazaros Koundouriotis offerde een groot deel van het familiefortuin op aan de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Turken, bijna twee miljoen goudstukken. Tijdens zijn leven kreeg hij van Ioannis Capodistrias, eerste gouverneur van het vrije Griekenland, de titel: Eerste der Notabelen. Dat zou hem er niet van weerhouden de gouverneur te bestrijden omdat hij weigerde de reders schadeloos te stellen. Na de moord op Capodistrias in Nauplion benoemde Koning Otto hem nog Staatsraad van Hydra. Tot aan zijn dood was hij Eresenator. Zijn praalgraf staat aan de kathedraal van Hydra op het binnenplein van het klooster onder de klokkentoren, verstopt achter de caféterrassen. Zijn herenhuis, halfweg het amfitheater van harmonieuze stadsfysionomie, valt vooral op door zijn gele kleur. Dat meest imposante en smaakvolle huis van de stad is nu het Historisch en Etnografisch museum. Volgens de Deense reisauteur Christiane Lüth die in augustus 1847 Lazaros Koundouriotis ontmoette, heeft de oude man nooit het eiland verlaten. Hij zou een keer overwogen hebben om Nauplion te bezoeken maar de Hydrioten hielden hem tegen. Ze sloten hem op in het afgelegen klooster van profeet Elias, op honderd meter van de hoogste top van het eiland. Ze waren bang dat hun iets zou overkomen “mocht de oude arend het nest verlaten”.
0 Comments
Leave a Reply. |
Posts may evolve in articles, or vice versa. Archives
January 2024
Categories |