A dead letter is a letter that cannot be delivered to the address written on it and cannot be returned to the person who sent it.
Immediately after my arrival in Greece, I started looking for the Illissos river in the centre of Athens. And guess what: I did find the river, and some inspiration and a first of many calls of the mysteries of Eleusis. Plato situeert de dialoog van Socrates met Phaedrus aan de oevers van de Illissus, net buiten de stadsmuren van Athene. Om de hitte van de dag te ontvluchten, waden ze blootsvoets door het water en zoeken een rustige plaats in de schaduw van de hoogste plataan. Na een lang gesprek over de liefde erkennen ze inspiratie te hebben gekregen van de goden die daar heersen. Tot hen richten ze dit gebed: "Geef me schoonheid in de innerlijke ziel en dat de uitwendige en inwendige mens één moge zijn. Mag ik de wijzen als rijk beschouwen en mag ik zoveel goud bezitten als alleen de matige man kan dragen". Onmiddellijk na mijn aankomst in Athene ben ik die plaats van inspiratie gaan zoeken. Geen gemakkelijke opdracht. Zo dacht ik tijdens mijn eerste dagen in Griekenland al een glimp van de Illissus te hebben opgevangen, maar mijn informanten hadden zich vergist. Het beekje dat je in de diepte van het archeologische park aan het Monasteraki Metro Station kan zien, is de Eridanos, door keizer Hadrianus overdekt. Omdat ik er toen nog niet bij stilstond dat het antieke Athene een stip was in de miljoenenstad van vandaag heb ik bij mijn volgende pogingen om de inspirerende rivier te vinden flink wat kilometers teveel gedaan. In een buitenwijk stuurde een vriendelijke meneer me terug naar het centrum: “vraag nog maar eens in de buurt van het stadium”. Toen ik aan het Panatinaikos-voetbal-stadium de politie aansprak, had ik me blijkbaar alweer minstens honderd jaar vergist want ik moest aan het eerste, 19de eeuwse, olympische panatinaikos-stadium zijn, “aan de Kallirois straat, niet ver van de kerk van Sint Photini”. Daar, in de Ardittou-straat, botste ik eerst op een kleine, met hoge draad afgesloten, archeologische site. Op een plaatje de vermelding: the basilica of the Illisos River. Het is één van de oudste christelijke sites van Athene: de verwaarloosde opgravingen van een basiliek uit de 5de eeuw op het graf van de martelaar-bisschop Leonidas uit de 3de eeuw. Socrates dronk zijn beker van fijngemalen dollekervel minstens 7 eeuwen eerder. “Op deze plaats waar de armen van de Illissus een eilandje vormden” staat vandaag nog altijd een plataan, en veel onkruid, maar er stroomt geen verfrissende Illisus; het stof dat er hangt inspireerde me weinig. Een beetje verder wordt op 20 maart Agia Photini gevierd. Ze is de Samaritaanse die Johannes in 4: 5-42 beschreef als “de vrouw aan de put” en die bij haar bekering Photini als doopnaam aannam: de verlichte. In mijn favoriete Griekenland-gids, de oude Scholte, luidt het dat de kapel van St. Photini waarschijnlijk gebouwd is op de fundamenten van een tempel gewijd aan de cultus van Demeter en Persephone. De Agrai Hill zou inderdaad een belangrijke scene in de Kleine Mysteriën van Eleusis geweest zijn. Daar is weer de roep van het mysterieuze Eleusis, nu tijdens het spoorzoeken naar Socrates. En jawel, net achter de kerk, tussen het groen en stenen, komt de Illissus even aan de oppervlakte, als een bron, en verdwijnt dan weer onder de drukte van Athene. In de jaren dertig (van de vijfde eeuw) werd goddeloosheid tot een misdrijf uitgeroepen voor “diegenen die het goddelijke niet erkennen” en die (wellicht) “onderwijzen over hogere zaken”. Precies wat Socrates deed. En nadat jongeren, ook uit de omgeving van Socrates, o.m. de cultus van de mysteriën van Eleusis ontwijd hadden, was de tijd helemaal rijp: in 399 v.Chr. werd Socrates ter dood veroordeeld. In zijn verdedigingsrede ging hij nochtans ver in de beschrijving van een hiernamaals en zijn geloof in de onsterfelijkheid van de ziel. Zelfs zijn laatste woorden gaf hij weg aan een religieus ritueel. Vlak voor zijn terechtstelling vroeg Socrates aan een leerling om een haan te offeren aan Asklepios, de god van de gezondheid. Wilde afwezig verslaggever Plato met die woorden wat meer dramatiek in het verhaal steken? Of is Socrates op het allerlaatste ogenblik toch nog gekraakt, zoals Nietzsche vond? De Vlaamse filosoof Ludo Abicht, die zijn hele Pleidooi voor een positief atheïsme aan de Haan van Asklepios heeft opgehangen, sluit zich aan bij de interpretatie van Michel Foucault: Socrates offerde de haan niet omdat hij door zijn dood van het leven genezen zou zijn, maar uit dankbaarheid voor de genezing van de bekoring om verder te leven, in onwaarheid. Zelfs vanop de andere oever van de Illisus klinkt dat aannemelijk, maar waarom dan doen alsof hij daarvoor niet de goden had aangesproken?
1 Comment
|
Posts may evolve in articles, or vice versa. Archives
January 2024
Categories |