Zoals de Limburgse schrijver Stefan Brijs (°Genk, 1969) dankzij De laatste deur van Brouwers de onweerstaanbare drang kreeg om de laatste rustplaats van een schrijver-zelf-moordenaar te gaan zoeken, zo leerde ik via Kruistochten van Stefan Brijs (1), Jeroen Brouwers kennen als tafofiel. Hij en reportagemaker Cherry Duyns lopen in de VPRO-documentaire Lotgevallen 9 De verzonkenen tussen graven zoals ik op al mijn zondagswandelingen.
Brouwers zou me erg teleurstellen mocht hij me nu niet het plezier gunnen om even naast hem op een koude steen te gaan zitten om het gesprek te hebben dat ik tijdens zijn leven nooit zou durven hebben. Of ik hem nu wel of niet vind, zijn angst voor de kuil vond ondertussen mij al wel in mijn jongste droom: “was het een grot of een graf, maar ik zat er goed, tot plots iemand anders het hol binnendrong en zijn spanning en angst op mij overdroeg, en ik me, jammerend en huilend, psalm 23 herinnerde: ‘Al ging ik door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want u bent met mij, uw stok en uw staf, die vertroosten mij’.” Na de nachtmerrie waaide het me ook nog te binnen dat Nederbelgen zoals Brouwers, Hermans en Multatuli bij ons wel inspiratie vinden maar toch liever in Nederland gaan sterven. (2) Willem Frederik Hermans woonde de laatste jaren van zijn leven in de Atrebatenstraat in Brussel maar ging in 1995 in Utrecht zijn spuitje halen. (3) Multatuli (Edouard Douwes Dekker), die in een hotel in de Brugstraat in Brussel zijn Max Havelaar schreef, liet zich later in Duitsland als eerste Nederlander (op de pof) cremeren; zijn urne verhuisde daarna nog minstens drie keer van adres. (4) Brouwers, die al jaren naar meer lucht snakte, kreeg de laatste dagen en uren ‘comfortzorg’ en ‘palliatieve sedatie’ in een hospitaal in Maastricht. (5) Zou hij misschien dan toch over de grens zijn gebleven? Al dan niet uitgestrooid? Of is hij nog op stap in een wandelende urne? De tafofiel in mij blijft hopen. In zijn laatste interview met De Morgen staat: “Brouwers laat Busken [in zijn laatste romen Cliënt E. Busken] op zoek gaan naar ‘ergensoorden in mezelf waar alles dacht ik voorgoed was verzonken, toegedekt, begraven als oud vlees zoals weldra het mijne. [Nadruk toegevoegd] (6) En in De Standaard: “bij zijn laatste interview in onze krant, in september vorig jaar, stond Jeroen Brouwers naar eigen zeggen al met zijn grote teen in het graf”. [Nadruk toegevoegd] (7) In aflevering 3 kom ik al dichter bij Zutendaal. __________ 1. Stefan Brijs. Kruistochten, Uitgeverij Atlas, 1998. Met opdracht: ‘Voor Jeroen Brouwers, uit dank voor zijn hulp en bekommering’, en met citaat: “Het is goed, de doden met zo groot mogelijke liefde en, kan het tevens zijn, zo groot mogelijke schoonheid, te gedenken. Jeroen Brouwers, De laatste deur.” 2. In de Canon van Vlaanderen werden geen Nederbelgen opgenomen, wel Franstalige auteurs zoals Maurice Maeterlinck, Emiel Verhaeren en Georges Rodenbach die liever in Frankrijk woonden. Alleen Verhaeren die in 1916 in Rouen onder de wielen van een trein viel, keerde na zijn dood naar zijn geboorteplaats Sint-Amands terug om in een bocht van de Schelde te rusten. Georges Rodenbach ligt op Père Lachaise, division 15. Het graf van Maurice Maeterlinck die bij Nice woonde, kan ik niet vinden: iemand een idee? 3. <<www.bruzz.be/culture/podium/w-f-hermans-als-schrijver-geboren-en-gestorven-brussel-2014-01-28>> 4. <<www.amsterdam.nl/nieuws/achtergrond/multatuli/>> 5. Johan Vandenbroucke, in: Knack, van 18/05/2022. 6. Dirk Leyman, in: De Morgen, van 2/02/2020. 7. Jelle Van Riet, in: De Standaard, van 12/05/2022.
0 Comments
Leave a Reply. |
Posts may evolve in articles, or vice versa. Archives
August 2023
Categories |