“Toen is hij met open oogjes weggedommeld, zo zal ik het vertellen, later, als de roem hem zal blijken te hebben overleefd, en er een televisieploeg naar Vossem komt om mij over hem te interviewen; het mooiste zou zijn als de camera dan over het met gele bloempjes besprenkelde gras, langs de stammen van de bloesemende vruchtbomen, naar de muur van het kerkhof zou rijden, achterin de tuin, waar de guichelheil haar rode bloemen spreidt en ik ergens, ik zal niet meer weten waar precies, zijn grafje heb gedolven, en als daar dan, steeds na een momentje diepe stilte, een stoot op de waldhoorn bij werd gegeven, of een klap op de Turksche trom.”
Zo denkt Brouwers in Zonder trommels en trompetten een markante anekdote uit het leven van Jeroen Brouwers door hemzelf verteld Een sterfgeval, terug aan de dood en begrafenis van zijn ‘Kat Carrabas, markies van Vossem en aanpalende heerlijkheden’. Nochtans had die gezel hem eerder duidelijk gemaakt: “hij wil geen bloemen, geen muziekkorps, geen eerbetoon, geen toespraken en niets bijzonder op zijn graf, - van zijn afsterven hoeft uitsluitend de Academie bericht te ontvangen en zulks per aangetekend schrijven, heb ik dat?” De dood van Brouwers werd door zijn echtgenote, kinderen en kleinkinderen, broer en zus aangekondigd met een eenvoudig rouwbericht: voornaam, naam, geboorteplaats en datum, sterfplaats en datum. Over begrafenis of crematie geen woord, alleen dit: “De afscheidsplechtigheid zal plaatsvinden in besloten kring”, gevolgd door het adres van het uitvaartcentrum. Bovenaan op het bericht staat wel dit citaat uit De Exelse testamenten: “Ik zou van al mijn geschriften te zamen, ook de mislukte, waarvoor ik mij schaam, een papieren gedenkteken willen maken, dat nog, ergens, in een landschap waar het altijd herfst is en alle dingen zijn omhangen met rag, te bezichtigen is als ik al lang ben begraven. Van dat gedenkteken zal men moeten kunnen zeggen: dit is het leven van Jeroen Brouwers. Men zal er van zeggen: het zat al vol kreukels en scheuren toen het werd opgericht, maar die zin over die commode en die vliegen en dat rottend fruit is heel niet onaardig.” Daar ligt het! Het gedenkteken van Jeroen Brouwers. Ik denk terug aan de De Markies van Carrabas in Hasselt, de legendarische boekenwinkel waar ik in de jaren tachtig De Laatste Deur heb gekocht. Omdat ik zo graag in sprookjes wil geloven, heb ik altijd gedacht dat eigenaar Wim Heynen de naam van zijn winkel had gevonden in het sprookje van De gelaarsde kat die zo de zoon van de molenaar had betiteld. Vandaag denk ik dat niet meer. Van de begrafenisondernemer weet ik ondertussen zeker: “De urne van de heer Brouwers heeft op zijn wens een plaats gekregen in de vertrouwde omgeving van zijn dierbare en niet op een begraafplaats.” __________ (1) Jeroen Brouwers. Zonder trommels en trompetten een markante anekdote uit het leven van Jeroen Brouwers door hemzelf verteld Een sterfgeval, in: Tirade. Jaargang 15 (nrs. 163-172). G.A. van Oorschot, Amsterdam 1971 <<dbnl-nr _tir001197101_01>>
0 Comments
Leave a Reply. |
Posts may evolve in articles, or vice versa. Archives
August 2023
Categories |